Eigenlijk heeft mijn hele leven zich zo'n beetje afgespeeld rond
podiums en theaters.
Reeds als achtjarige snotneus vermaakte ik het publiek met mijn
handigheid in het sneltekenen.
Mijn eerste bandje begon ik
met mijn vader (Bep) en mijn broer (Co); onze bandnaam werd toen, heel
origineel, THE BEHECO'S. Met dit trio
speelden we dikwijls op bruiloften en partijen en mijn vader stelde het
repertoire samen.
Nadat ik in 1963 de film "The Young Ones", met Cliff Richard &
The
Shadows had gezien, besloot ik de familieband te verlaten. Met name het
in die film gespeelde "The Savage" van "The Shadows" had zo'n diepe
indruk op me gemaakt dat mij maar één ding te doen stond: zelf een
gitaargroep op te richten!
Dat werden THE JUMPING SPARROWS
(een beetje gejat van "The Jumping Jewels") en onze manager werd degene
die thuis de krachtigste radio had, want geld voor een behoorlijke
versterker hadden we in die dagen niet.
Al gauw bleek dat mijn bandleden amper een gitaar
konden vasthouden, laat staan bespelen, dus ging ik op zoek naar betere
muzikanten.
Dit resulteerde in een nieuwe band: ROB DALLAS &
THE SPIRITS. We beschikten nu ineens over een VOX
versterker en een Volkswagenbusje. We traden regelmatig op en we
haalden contracten met Duitse nachtclubs binnen.
Toen Rob Dallas in dienst moest, probeerde ik, tot ergernis van de
overige bandleden, zelf te zingen. We besloten de band maar te
ontbinden.
Veel luisterde ik in die tijd naar
muziek van "The Rolling Stones" en "Chuck Berry"en ik besloot weer wat
Arnhemmers om me heen te verzamelen, waaronder mijn broer Co op drums.
We noemden de groep THE CRABS en kwamen voor het eerst
regelmatig in de publiciteit. Waarom we uiteindelijk weer uit elkaar
gingen, is mij op dit moment niet meer duidelijk.
Van mijn ouders kwam toen het idee om
nu eindelijk eens "normaal" te gaan werken en zodoende belandde ik in
een boeken- en tijdschriftengroothandel; de bij alle Arnhemse
muzikanten bekende "Boekenbrug".
Ik heb ook nog een korte verzekeringscarrière
geprobeerd, maar al gauw bleek dat ik toch méér verstand van
muziekmaken had, dus besloot ik maar weer een volgende band op te
richten: JUST WE.
Wij waren vooral
in het oosten van ons land behoorlijk bekend en we maakten zelfs een
proefopname in de Relax Studio van Willem O'Duys (zoals de populaire
presentator zich toen noemde).
Mede door het feit dat een alcoholische versnapering
er bij ons ruimschoots inging, ontstond er onenigheid en ook deze band
werd ontbonden.
Daarna ontmoette ik Pierre Beek, onze huidige zanger, en we stampten
weer een nieuwe formatie uit de grond, PALACE,
waarin ook ene Arnie Treffers zat, die later bekend werd als Long Tall
Ernie.
Ook bij Palace vloeide het bier rijkelijk door de muzikale aderen en na
onderlinge bonje viel de groep uiteen.Arnie stapte als bassist over
naar de groep "Moan" en ik timmerde intussen aan een eigen demostudio.
Toen die studio klaar was kwam "Moan" een aantal Rock
& Roll nummers opnemen, waarbij Arnie de zangpartijen voor zijn
rekening nam en mij vroeg om te gaan bassen.
In plaats van "Moan" noemde
zij zich ineens LONG TALL ERNIE & THE SHAKERS.
Die opnames leidden in 1972 tot een platencontract bij Negram en al
gauw kwam de eerste single "Kiss Me Baby" uit.Toen ook zaalhouders om
optredens van de groep vroegen, werd er besloten dat ik, als "Hank The
Knife", de bassist zou worden van de nieuwe band.
Arnie bleef gewoon bassen bij "Moan", die een jaar later, door het
toenemende succes van LTE, werd opgeheven.
Met LTE
(Long Tall Ernie :daarin zaten o.a. mijn huidige collega's Alfons Haket
en Alan Macfarlane) hadden wij veel succes en aanvankelijk dacht ik
eindelijk m'n draai in de muziek te hebben gevonden.
Maar na een kleine twee jaar verliet ik de band i.v.m. financiële en
muzikale meningsverschillen.
Met een platencontract op zak en "Guitar King" in m'n hoofd zocht ik
weer contact met Pierre… en dat was het begin van HANK
THE KNIFE & THE JETS.
|